LP03 Le peintre des portes porte plainte
SECTION: Laboratoires Patacyclistes (1992-1999)
Jef Lambrecht Le peintre des portes porte plainte (LP3 / 25) rue Duquesnoy, Bruxelles
Belgian Institute for World Affairs, Gina Lire, Peter Minuit Foundation...
"Le peintre des portes porte plainte" was a performance installation executed within an apartment on the 3th floor of rue Duquesnoy, 8 in Brussels on jul.21 1993
Het werk van Gina Lire, het Belgian Institute for World Affairs, de Peter Minuit Foundation, de Saint Nicholas Chapter en alle publicaties die door betreffende verenigingen of door de betrokken verantwoordelijke werden uitgegeven, zoals daar zijn Het Orgaan, La Lanterne de Lantin en Original Imaginaire, zijn tot op zekere hoogte enigmatisch alsmede vrijwel onbestaande dan wel onvindbaar.
Ik weet bijvoorbeeld niet of deze 'invitatie' geen auto-invitatie was, al zou mij dat gezien mijn opvoeding verwonderen. Ik raad dat het een uitnodiging was voor een patriottische bijeenkomst op de nationale feestdag. Althans, de datum schijnt dat te suggereren alsmede de vaderlandslievende inborst van de invité.
Koesterde die een klacht, zoals 'le peintre des portes porte plainte' suggereert? Zo ja, tegen wat of wie? Is er een verband met de drie grondwetsartikels, inzonderheid het artikel 93?
Het enige wat ik mij kan voorstellen is dat de keuze voor dat laatste artikel, alsmede beide voorgaande, domweg verwijst naar het jaar van de feiten, 1993, en niet naar wat drie jaar tevoren was gebeurd toen de vorst zich 36 uur in de onmogelijkheid bevond om te regeren, al was er zelden zo'n blijk van verkleefdheid van de hele politieke wereld aan de monarchie als toen en was dat de invité niet onopgemerkt gebleven.
Was dit dan een hulde aan het handvest van het land of een geval van spotternij? Vermoedelijk geen van beide. Zeker is dat dit het land betrof, gezien de invitatie is afgestempeld met de verlichte autowegen ervan boven de mededeling 'enlightenment', hetgeen verlichting wil zeggen.
Het was een zonnige zomerdag.
Wat hij zich verder herinnert is bedroevend weinig.
Hij weet nog van een zeer lang vaandel, vervaardigd uit een arm maar feestelijk papieren tafelkleed, dat als een schreeuw om aandacht een tijd lang uit het raam hing en heen en weer wiegde voor de gevel boven de hoofden van de talrijke wandelaars op deze vakantiedag. Hij had er iets op geschilderd maar weet niet meer wat.
Er zal ook iets gedronken zijn en vrijwel zeker ook iets gerookt. En alles verliep zonder incidenten en in de beste der stemmingen. Dat staat zo goed als vast.
Maar nu hij er op let valt hem op dat 'la patrie de mon père' zinspeelt op 'la Belgique à papa', een term met een politieke betekenis. In dat geval is de klacht van de gevelschilder, le peintre des portes, nostalgisch en tegen de pejoratieve bijklank ervan.
De laatste raadsels van dit document,de stempels '8393' en 'le peintre des portes porte', laten zich nu oplossen. De eerste stempel verwijst naar het jaar waarin het 'enlightenment' zegel werd gemaakt, en dat -tien jaar later- waarin hij werd gebruikt. Het tijdstip en de tijd is in elk van de documenten, afkomstig van voornoemde instanties zo dwangmatig aanwezig dat men kan spreken van een onderliggend thema.
'le peintre des portes porte' schijnt onaf maar ja, iemand draagt de kolenzakken en altijd zonder morren.
JL 2015